Op driekoningen trekken 4A en 4B naar Dijlehof om er driekoningen te vieren.
We vertelden al over de driekoningen en ‘A la Berline Postiljon’.
Deze kinderen brengen er deze gedichten.
Drie koningen en die ster
Drie koningen en die ene ster. Die kwamen eens samen van heel ver. En brachten liefde en goud van her en der. Drie wijzen uit het oosten voornoemd. Voorspelden een kleinkind, heel beroemd. Een geboorte in de stad Bethlehem genoemd. Balthasar, Melchior en Caspar. Drie koningen zonder ener kar kwamen al op hun kameel en uit de var. Jezus, de Joden koning was daar. Om eens gegeseld aan een pilaar. Dan te eindigen als een Romeins gevaar. Wat ons liefdevol de vrede bracht. Zou dan lafweg worden afgeslacht. Als een zeer groot gevaar voor het nageslacht. Jaar op jaar komen die drie dan weer. Maar zingend om centjes deze keer. En geen ster denkt nog aan onze lieve heer.
Drie koningen
Ik kom voor u iets zingen. Ik kom voor u iets zingen. ‘t Is Driekoningenfeest.
‘k Kom een vrolijk liedje zingen op Driekoningenfeest feest van lichtjes, lampionnen.
Driekoningenfeest het is begonnen. ‘k Zing mijn lied en ik bel aan, daarna zal ik verdergaan.
‘k Zing mijn lied en ik bel aan, daarna zal ik gaan.
Drie koningen
Daar kwamen drie koningen met een ster. Zij kwamen van bij en zij kwamen van ver.
Zij kwamen de hoge berg opgegaan. Zij vonden de sterre daar stille staan.
Wel sterre gij moet er zo stille niet staan. Gij moet er met ons naar Bethlehem gaan.
Naar Bethlehem binnen die schone stad. Waar Maria met haar klein Kindeke zat
Meester Steven las er ook het gedicht van Bertus Aafjes over de driekoningen.
En we kregen er deze woordenschat-uitleg bij:
1.de karavaan: een groep reizigers die achter elkaar aanrijden van de stad naar de andere.
2.konen: deel van het gezicht: de wang
3.mirre: olie die een zoete geur geeft
4.wierook: reukstof gemaakt van hars
5.slonk: het werkwoord ‘slinken’ betekent afnemen, verminderen, kleiner worden
6.zwol: het werkwoord ‘zwellen’ betekent uitzetten, groter worden
7.eerbiedig: met respect en bewondering
8.glom: het werkwoord ‘glimmen’ betekent erg glanzen of blinken
9.wenkte: het werkwoord ‘wenken’ betekent
10.inderhaast: haastig, vlug
11.een trog: een langwerpige voederbak
12.wankel: niet stevig
13.het Kyrie Eleis: Heer, ontferm U! Met deze woorden beginnen alle muzikale missen
4bklasbloghdc 